The present invention relates to a method for controlling the access, in a
computer, of a memory having an erasure frequently limited by blocks. This
memory contains utility memory blocks (NB0, NB1) which are available for a
user's access by an address conversion occurring through a pointer panel
(AZTO). An erasure utility category (LN0, LN1023) is maintained in the
form of a table in association with each address pointer maintained in the
form of a table in association with each address pointer (AP0 AP1023).
This erasure utility category is increased every time a predetermined
erasure-state criteria is reached. The other pointing positions of the
erasure utility categories (LN0 LN1023) are further explored in the
pointer panel (AZTO) until a lower erasure utility category is found. The
corresponding address pointer (AP0 AP1023) is then permuted with the one
located at the output with the one located at the output pointer position
(AP1). The contents of the utility memory blocks corresponding to each of
the address pointers are permuted. In each case, once the exploration
phase is over and if no lower erasure utility category has been found, the
search is interrupted.
De onderhavige uitvinding heeft op een methode om de toegang, in een computer, van een geheugen betrekking te controleren dat een uitwissing heeft die vaak door blokken wordt beperkt. Dit geheugen bevat de blokken van het nutsgeheugen (NB0, NB1) die voor de toegang van een gebruiker door een adresomzetting die door een wijzerpaneel voorkomt beschikbaar zijn (AZTO). Een categorie van het uitwissingsnut (LN0, LN1023) wordt in de vorm van een lijst in samenwerking met elke adreswijzer gehandhaafd die in de vorm van een lijst in samenwerking met elke adreswijzer wordt gehandhaafd (AP0 AP1023). Deze categorie van het uitwissingsnut wordt verhoogd telkens als een vooraf bepaalde de uitwissing-staat criteria wordt bereikt. De andere richtende posities van de categorieën van het uitwissingsnut (LN0 LN1023) worden verder onderzocht in het wijzerpaneel (AZTO) tot een lagere categorie van het uitwissingsnut wordt gevonden. De overeenkomstige adreswijzer (AP0 AP1023) wordt dan herschikt met gevestigd bij de output met gevestigd bij de positie van de outputwijzer (AP1). De inhoud van de blokken die van het nutsgeheugen aan elk van de adreswijzers beantwoorden wordt herschikt. In elk geval, zodra de exploratiefase over is en als geen lagere categorie van het uitwissingsnut is gevonden, wordt het onderzoek onderbroken.