A cardiac rhythm management system selects one of multiple electrodes
associated with a particular heart chamber based on a relative timing
between detection of a depolarization fiducial point at the multiple
electrodes, or based on a delay between detection of a depolarization
fiducial point at the multiple electrodes and detection of a reference
depolarization fiducial point at another electrode associated with the
same or a different heart chamber. Subsequent contraction-evoking
stimulation therapy is delivered from the selected electrode.
Een hartsysteem van het ritmebeheer selecteert één van veelvoudige elektroden verbonden aan een bepaalde hartkamer die op een relatieve timing tussen opsporing van een depolarisatie fiduciair punt bij de veelvoudige elektroden wordt gebaseerd, of die op een vertraging tussen opsporing van een depolarisatie fiduciair punt bij de veelvoudige elektroden en opsporing van een fiduciair punt van de verwijzingsdepolarisatie bij een andere elektrode wordt gebaseerd verbonden aan het zelfde of een verschillende hartkamer. De verdere samentrekking-oproepende stimulatietherapie wordt geleverd van de geselecteerde elektrode.