A bone plate includes an upper surface, a bone contacting surface, and at
least one hole extending through the upper and bone contacting surfaces.
The bone plate defines a longitudinal axis. The at least one hole defines
a central axis and is elongated in a direction substantially aligned with
the longitudinal axis. The hole may include a threaded portion and a
non-threaded portion, and the threaded portion may extend through an angle
of between about 190.degree. and about 280.degree. with respect to the
central axis.
Een beenplaat omvat een hogere oppervlakte, een been contacterend oppervlakte, en minstens één gat dat zich door het bovenleer en het been contacterend oppervlakten uitbreidt. De beenplaat bepaalt een longitudinale as. Het minstens één gat bepaalt een centrale as en is verlengd in een richting die wezenlijk op de longitudinale as wordt gericht. Het gat kan een ingepast gedeelte en een non-threaded gedeelte omvatten, en het ingepaste gedeelte kan zich door een hoek uitbreiden van tussen ongeveer 190.degree. en over 280.degree. met betrekking tot de centrale as.