A data processor comprises a number of databases for storing records and a
plurality of user systems capable of accessing the databases. The user
systems each include a datastore/application environment instance with
which users can interface. Host systems may include more than one
instance. The datastores contain time-versioned views of records. The data
processor is operable in at least two modes, a normal operation mode in
which an evaluation in response to a user enquiry can be carried out using
records relevant to a current viewpoint time and time span, and a recovery
operation mode in which records relevant to a viewpoint time and time span
for a previous evaluation are accessed and used to exactly reproduce the
previous evaluation.
Een gegevensbewerker bestaat uit een aantal gegevensbestanden voor het opslaan van verslagen en een meerderheid van gebruikerssystemen geschikt om tot de gegevensbestanden toegang te hebben. De gebruikerssystemen elk omvatten een datastore/toepassingsmilieuinstantie waarmee de gebruikers kunnen omzetten. De systemen van de gastheer kunnen meer dan één instantie omvatten. Datastores bevatten tijd-versioned meningen van verslagen. De gegevensbewerker is opereerbaar op minstens twee wijzen, een normale verrichtingswijze waarop een evaluatie in antwoord op een gebruikersonderzoek kan worden uitgevoerd gebruikend verslagen relevant voor een huidige gezichtspunttijd en een tijdspanwijdte, en een wijze van de terugwinningsverrichting waarop de verslagen relevant voor een gezichtspunttijd en een tijdspanwijdte voor een vorige evaluatie en worden betreden gebruikt om de vorige evaluatie precies te reproduceren.