In the distance measuring apparatus, it is determined whether or not a pair
of AF data obtained by a pair of employed sensors indicate a first
predetermined necessary contrast, and a correlation value calculation is
performed only when the contrast is detected. Then, it is determined
whether or not the AF data in a pair of window ranges where the highest
correlation is obtained in a correlation value calculation indicate a
second predetermined necessary contrast. Only when it is determined that
there is the contrast, the subsequent process such as a calculation of the
distance from a distance measurement object is performed. Thus, an
unnecessary correlation value calculation can be possibly omitted at a low
contrast level. Furthermore, erroneous measurement of distance can be
avoided.
In de afstands metende apparaten, wordt het bepaald al dan niet een paar AF gegevens die door een paar aangewende sensoren worden verkregen op een eerste vooraf bepaald noodzakelijk contrast wijst, en een berekening van de correlatiewaarde wordt uitgevoerd slechts wanneer het contrast wordt ontdekt. Dan, wordt het bepaald al dan niet de AF gegevens in een paar van venster zich uitstrekken waar de hoogste correlatie in een berekening van de correlatiewaarde wijst op een ten tweede vooraf bepaald noodzakelijk contrast wordt verkregen. Slechts wanneer men bepaalt dat er het contrast is, wordt het verdere proces zoals een berekening van de afstand van een voorwerp van de afstandsmeting uitgevoerd. Aldus, kan een onnodige berekening van de correlatiewaarde misschien op laag contrastniveau worden weggelaten. Voorts kan de onjuiste meting van afstand worden vermeden.