A superconducting cable includes a cryogenic fluid, a superconducting
conductor, and a cryostat. A layer impervious to the cryogenic fluid is
provided between the superconducting conductor and the cryogenic fluid.
The superconducting conductor operates in a space substantially free from
fluids liquefying at a temperature greater than or equal to an operative
temperature of the superconducting cable. A method for protecting a
superconducting cable from formation of balloons includes isolating the
superconducting conductor from the cryogenic fluid using a layer
impervious to the cryogenic fluid and operating the superconducting
conductor in a space substantially free from fluids liquefying at a
temperature greater than or equal to an operative temperature of the
superconducting cable. A current transmission/distribution network
including at least one of the superconducting cables is also disclosed.
Een supergeleidende kabel omvat een cryogene vloeistof, een supergeleidende leider, en een cryostaat. Een laag ondoordringbaar aan de cryogene vloeistof wordt verstrekt tussen de supergeleidende leider en de cryogene vloeistof. De supergeleidende leider werkt in een ruimte wezenlijk vrij van vloeistoffen die bij een temperatuur vloeibaar maken groter dan of gelijk aan een doeltreffende temperatuur van de supergeleidende kabel. Een methode om een supergeleidende kabel tegen vorming van ballons te beschermen omvat het isoleren van de supergeleidende leider van de cryogene vloeistof gebruikend een laag ondoordringbaar aan de cryogene vloeistof en in werking stellend de supergeleidende leider in een ruimte wezenlijk vrij van vloeistoffen die bij een temperatuur vloeibaar maken groter dan of gelijk aan een doeltreffende temperatuur van de supergeleidende kabel. Een huidig transmissie/een distributienetwerk met inbegrip van minstens één van de supergeleidende kabels worden ook onthuld.