A security program is installed on a plurality of user terminals that
communicate with one another via an electronic conference room. A command
interpreter (3) of the security program specifies a chat channel (CHi), a
coordinated event (Ti), and an private key (Si), and then directs a common
key generator (5) to generate a common key (CSi). The common key generator
(5) generates a common key based on at least one of (CHi), (Ti), and (Si),
and then stores the common key in a common key memorizer (6). The common
key memorizer 6 stores the common key with reference to an index. An
encrypter/decrypter (7) encrypts a conversation datum inputted with a
newest common key, and transmits to other user terminals the encrypted
conversation datum along with an index corresponding to the coordinated
event used to generate the common key used to encrypt the conversation
datum. The encrypter/decrypter (7) receives conversation datum generated
by other user terminals, and decrypts the conversation datum using the
common key. The common key to decrypt the conversation datum is retrieved
from the common key memorizer (6) using the index received with the
conversation datum.
Een veiligheidsprogramma is geïnstalleerd op een meerderheid van gebruikersterminals die met elkaar via een elektronische conferentieruimte communiceren. Een beveltolk (3) van het veiligheidsprogramma specificeert een praatjekanaal (CHi), een gecoördineerde gebeurtenis (Ti), en een privé sleutel (Si), en geeft opdracht dan aan een gemeenschappelijke zeer belangrijke generator (5) om een gemeenschappelijke sleutel (CSi) te produceren. Gemeenschappelijke belangrijkste generator (5) produceert een gemeenschappelijke sleutel die op minstens één van (CHi) wordt gebaseerd, (Ti), en (Si), en slaat dan de gemeenschappelijke sleutel in een gemeenschappelijke zeer belangrijke memorizer (6) op. Gemeenschappelijke belangrijkste memorizer 6 slaat de gemeenschappelijke sleutel met betrekking tot een index op. Een encrypter/decrypter een (7) coderen een gespreksgegeven dat met een nieuwste gemeenschappelijke sleutel wordt, en brengen aan andere gebruikersterminals het gecodeerde gespreksgegeven samen met een index over die aan de gecoördineerde gebeurtenis beantwoordt die wordt ingevoerd om de gemeenschappelijke sleutel te produceren die wordt gebruikt gebruikt om het gespreksgegeven te coderen. Encrypter/decrypter (7) ontvangen gespreksgegeven dat door andere gebruikersterminals wordt geproduceerd, en decrypteren het gespreksgegeven gebruikend de gemeenschappelijke sleutel. De gemeenschappelijke sleutel wordt om het gespreksgegeven te decrypteren teruggewonnen van gemeenschappelijke belangrijkste memorizer (6) gebruikend de index die met het gespreksgegeven wordt ontvangen.
