A system for mapping a heart comprises a mapping catheter having an
ultrasonic position sensor for insertion into the heart. The system also
comprises at least one reference catheter having an ultrasonic position
sensor placeable in a fixed position relative to the heart. The position
of the mapping catheter is determined relative to the at least one
reference catheter. The ultrasonic position sensor of the mapping catheter
is located at the tip of the mapping catheter. The ultrasonic position
sensor for the at least one reference catheter is located at the tip of
the at least one reference catheter.
Een systeem om een hart in kaart te brengen bestaat uit een afbeeldingscatheter die een ultrasone positiesensor voor toevoeging heeft in het hart. Het systeem bestaat ook minstens uit één verwijzingscatheter die een ultrasone positiesensor placeable in een vaste positie met betrekking tot het hart heeft. De positie van de afbeeldingscatheter wordt bepaald met betrekking tot de minstens één verwijzingscatheter. De ultrasone positiesensor van de afbeeldingscatheter wordt gevestigd bij het uiteinde van de afbeeldingscatheter. De ultrasone positiesensor voor de minstens één verwijzingscatheter wordt gevestigd bij het uiteinde van de minstens één verwijzingscatheter.