A resonator includes a hollow dielectric element having a hole therein, a
helical line unit including a plurality of helical lines formed in the
hole, and a ground electrode formed on an outer surface of the dielectric
element.
Een resonator omvat een hol diƫlektrisch element dat een gat daarin, een spiraalvormige lijneenheid met inbegrip van een meerderheid van spiraalvormige gevormde lijnen in het gat, en een grondelektrode heeft die op een buitenoppervlakte van het diƫlektrische element wordt gevormd.