A putter, comprising a head comprising an offset hosel; a heel; a toe; and
a planar striking face; wherein the head comprises a first reference line
is spaced from and parallel to said planar striking face; and a ladder
comprised of a plurality of second reference lines, wherein the ladder is
located substantially between the hosel and the heel and the second
reference lines are perpendicular to the striking face.
Een putter, die uit een hoofd bestaat bestaand uit een compensatie hosel; een hiel; een teen; en een vlak opvallend gezicht; waarin het hoofd bestaat uit wordt een eerste verwijzingslijn uit elkaar geplaatst van en parallel aan bovengenoemd vlak opvallend gezicht; en een ladder die van een meerderheid van tweede verwijzingslijnen wordt samengesteld, waarin de ladder wezenlijk tussen hosel en de hiel en de tweede verwijzingslijnen wordt gevestigd is loodrecht aan het opvallende gezicht.