An optical fiber has a section of the first kind having a chromatic
dispersion not less than a given positive value x and a negative chromatic
dispersion slope at a given wavelength and a section of the second kind
has a chromatic dispersion not more than -x and a positive chromatic
dispersion slope at the same wavelength. Another optical fiber has a
chromatic dispersion higher than a positive value x and a negative
chromatic dispersion slope at a given wavelength band.
Een optische vezel heeft een sectie van de eerste soort die een chromatische niet minder dan verspreiding heeft een bepaalde positieve waarde x en een negatieve chromatische verspreidingshelling bij een bepaalde golflengte en een sectie van de tweede soort heeft niet meer dan een chromatische verspreiding - x en een positieve chromatische verspreidingshelling bij de zelfde golflengte. Een andere optische vezel heeft een chromatische verspreiding hoger dan een positieve waarde x en een negatieve chromatische verspreidingshelling bij een bepaalde golflengteband.