For transferring a fluid between at least two floating supports or one
floating and one fixed support, a rigid hollow transport line is immersed
with a cable suspension system in the sea. A flexible connector links each
end of the rigid transport line to one of the supports. The entire rigid
transport line including its ends is immersed in the sea at a depth which
is greater than the turbulent zone of the sea. Each connector provides
continuity of oil flow between the two floating supports via the rigid
transport line.
Voor het overbrengen van een vloeistof tussen minstens twee drijvende steunen of het één drijven en één vaste steun, wordt een stijve holle vervoerlijn ondergedompeld met een systeem van de kabelopschorting in het overzees. Een flexibele schakelaar verbindt elk eind van de stijve vervoerlijn met één van de steunen. De volledige stijve vervoerlijn met inbegrip van zijn einden wordt ondergedompeld in het overzees bij een diepte die groter is dan de wilde streek van het overzees. Elke schakelaar verstrekt continuïteit van oliestroom tussen de twee drijvende steunen via de stijve vervoerlijn.