An input image is subjected to transform by a DCT transforming unit 20. A
coefficient analyzing unit 30 compares a predetermined coefficient and
coefficient data 120, and obtains low-frequency image data 150 of the
input image by a high-frequency coefficient masking unit 50 and an inverse
DCT unit 60 on the basis of a result of that comparison. A pixel
subsampling unit 70 receives this low-frequency image data 150, and
generates a subsampled image on the basis of the aforementioned result of
comparison. The subsampled image and coefficient information are
transmitted to a decoding side. A decoding apparatus decodes an image on
the basis of the subsampled image and the coefficient information.
Een inputbeeld wordt aan transformatie onderworpen die door een DCT eenheid 20 omzet. Een coëfficiënt die eenheid 30 analyseert vergelijkt een vooraf bepaald coëfficiënt en een coëfficiëntengegeven 120, en verkrijgt beeldgegevens met lage frekwentie 150 van het inputbeeld door een coëfficiënten maskerende eenheid met hoge frekwentie 50 en een omgekeerde DCT eenheid 60 op basis van een resultaat van die vergelijking. Een pixel subsampling eenheid 70 ontvangt dit beeldgegeven met lage frekwentie 150, en produceert a subsampled beeld op basis van het voornoemde resultaat van vergelijking. Subsampled beeld en de coëfficiënteninformatie wordt doorgegeven aan een het decoderen kant. Een decoderend apparaat decodeert een beeld op basis van subsampled beeld en de coëfficiënteninformatie.
