A distinct cultivar of Scaevola plant named Balscavbon, characterized by
its upright and outwardly spreading plant habit; freely branching growth
habit; medium green-colored leaves; and numerous violet-colored flowers.
Een verschillende cultivar van Scaevola installatie genoemde Balscavbon, die door zijn rechte en klaarblijkelijk uitspreidende installatiegewoonte wordt gekenmerkt; vrij vertakkende de groeigewoonte; middel groen-gekleurde bladeren; en talrijke violet-gekleurde bloemen.