A reciprocating piston engine (2) includes an exhaust system comprising an
exhaust pipe (8) which communicates with a silencer (10), whose upstream
portion (11) is divergent in the direction of gas flow through it, an
oxidising catalyst (12) and an air supply pipe (14) communicating with the
exhaust pipe at a position upstream of the catalyst and silencer. The air
supply pipe (14) includes a Reed valve (16) which is adapted to open under
a pressure differential to permit air to flow into the exhaust pipe. In
order to maximise the air flow into the exhaust pipe the effect of
pressure pulses within the exhaust pipe is utilised and for this purpose
3L.sub.2 -(2L.sub.1 +L.sub.2) is equal to .+-.0.25 to 0.5 m, wherein is
the distance from the junction of the exhaust pipe (8) measured from a
first intersection point at which the axes of the exhaust pipe (8) and the
air supply pipe (14) intersect, to a point midway along the length in the
flow direction of the said upstream portion (11) of the silencer (10) and
L.sub.2 is the length of the air supply pipe (14) from the Reed valve (16)
to the said first intersection point.
Een vergeldende zuigermotor (2) omvat een uitlaatsysteem bestaand uit een uitlaatpijp (8) die met een knalpot (10) communiceert, waarvan stroomopwaarts gedeelte (11) in de richting van gasstroom door het uiteenlopend is, een oxyderende katalysator (12) en een pijp van de luchtlevering (14) communicerend met de uitlaatpijp bij een positie stroomopwaarts van de katalysator en de knalpot. Pijp van de luchtlevering (14) omvat een klep van het Riet (16) die onder een drukverschil wordt aangepast openen om lucht toe te laten om in de uitlaatpijp te stromen. Om de luchtstroom in de uitlaatpijp te maximaliseren wordt het effect van drukimpulsen binnen de uitlaatpijp gebruikt en met deze bedoeling zijn 3L.sub.2 -(2L.sub.1 + L.sub.2) gelijk aan +-.0.25 aan 0,5 m, waarin de afstand van de verbinding van uitlaatpijp (8) is die van een eerste kruisingspunt wordt gemeten waarop de assen van de uitlaat (8) door buizen leiden en pijp van de luchtlevering (14) snijdt, aan een puntmiddenweg langs de lengte in de stroomrichting van bovengenoemd stroomopwaarts gedeelte (11) van knalpot (10) en L.sub.2 is de lengte van pijp van de luchtlevering (14) van klep van het Riet (16) aan het bovengenoemde eerste kruisingspunt.