A magnetorheological piston includes a body having a substantially
magnetically energizable passageway and a substantially magnetically
non-energizable passageway. The substantially magnetically non-energizable
passageway has a valveless passageway throat and has a flow
cross-sectional area which has a minimum at the passageway throat and
which is larger away from the passageway throat. A magnetorheological
damper includes a cylinder and the above-described magnetorheological
piston, wherein the piston is positioned in, and slideably engages, the
cylinder.
Een magnetorheological zuiger omvat magnetisch een lichaam dat een wezenlijk energizable gang en een wezenlijk magnetisch niet energizable gang heeft. De wezenlijk niet energizable gang heeft magnetisch een valveless gangkeel en heeft een stroomgebied in dwarsdoorsnede dat een minimum bij de gangkeel heeft en dat groter is vanaf de gangkeel. Een magnetorheological demper omvat een cilinder en de hierboven beschreven magnetorheological zuiger, waarin de zuiger binnen wordt geplaatst, en neemt slideably in dienst, de cilinder.