A proximity sensor according to the present invention includes protrusions
that are provided on a wire-winding drum of a coil spool around which a
lead wire of a detection coil is wound, that protrude toward the center
from not less than three points distributed in the range exceeding a
semi-circle on the circumference of the wire-winding drum and that are
elastically brought into contact with the shaft of the core, respectively,
thereby coaxially positioning the coil spool and the shaft of the core.
Een nabijheidssensor volgens de onderhavige uitvinding omvat uitsteeksels die op een draad-windende trommel van een rolspoel worden verstrekt waarrond een looddraad van een opsporingsrol wordt gewonden, die naar het centrum van niet minder dan drie punten die in de waaier worden verdeeld die een halve cirkel op de omtrek van de draad-windende trommel overschrijdt uitpuilt en die elastically in contact met de schacht van de kern, respectievelijk worden gebracht, daardoor coaxiaal plaatsend de rolspoel en de schacht van de kern.
