A pneumatic tire comprises a tread portion provided with at least one
longitudinal groove extending in the tire circumferential direction and
blocks adjacent to one side of the at least one longitudinal groove, each
of the blocks being provided with a cut-slope on a corner between the
block's top surface and a lateral face facing the longitudinal groove, the
cut-slope inclining towards the bottom of the longitudinal groove, and the
axial width of the cut-slope gradually decreasing from a middle point of
the cut-slope towards each side thereof in the circumferential direction,
whereby the vehicle overturn marginal during high speed running is
improved.
Een pneumatische band bestaat uit een loopvlakgedeelte dat van minstens één longitudinale groef wordt voorzien die zich in de band perifere richting en de blokken uitbreidt naast één kant van de minstens één longitudinale groef, elk van de blokken die van een besnoeiing-helling op een hoek tussen de hoogste oppervlakte van het blok worden voorzien en een zijgezicht dat de longitudinale groef onder ogen ziet, de besnoeiing-helling die naar de bodem van de longitudinale groef neigt, en de asbreedte van de besnoeiing-helling die geleidelijk aan van een middenpunt van de besnoeiing-helling naar elke kant daarvan in de perifere richting vermindert, waardoor het voertuig marginaal tijdens hoge snelheid die ten val brengt is beter loopt.