An alkaline cell having an anode comprising zinc, an aqueous alkaline
electrolyte, a cathode mixture comprising cathode active material
comprising copper oxide or copper hydroxide. Graphitic carbon, preferably
expanded graphite or graphitic carbon nanofibers are added to the cathode
mixture thereby resulting in a sharp drop in cathode resistivity. Addition
of sulfur to cathode mixtures comprising copper hydroxide active material
improves performance. The sharp drop in cathode resistivity resulting from
the addition of expanded graphite or graphitic carbon nanofibers makes the
cell suitable for use as a primary alkaline cell having good capacity. The
graphitic carbon, preferably comprises preferably between about 3 and 10
percent by weight of the cathode. The carbon nanofibers have an average
diameter desirably less than 500 nanometers, preferably between about 50
and 300 nanometers.
Een alkalische cel die een anode heeft bestaand uit zink, een waterige alkalische elektrolyt, een kathodemengsel bestaand kathode uit actief materieel het bestaan uit koperoxyde of koperhydroxyde. De grafiet koolstof, bij voorkeur uitgebreide grafiet of grafietkoolstofnanofibers wordt toegevoegd aan het kathodemengsel daardoor resulterend in een scherpe daling in kathodeweerstandsvermogen. Toevoeging die van zwavel aan kathodemengsels uit het actieve materiaal van het koperhydroxyde de bestaat verbetert prestaties. De scherpe daling in kathodeweerstandsvermogen die uit de toevoeging van uitgebreide grafiet of grafietkoolstofnanofibers voortvloeien maakt de cel voor gebruik geschikt als primaire alkalische cel die goede capaciteit hebben. De grafietkoolstof, bestaat bij voorkeur bij voorkeur uit tussen ongeveer 3 en 10 percenten bij het gewicht van de kathode. Koolstofnanofibers hebben een gemiddelde diameter wenselijk dan minder 500 nanometers, bij voorkeur tussen ongeveer 50 en 300 nanometers.