A clamping device for stainless steel sinks having rolled rim edges used
for suspension of weighted items from the sink's rolled rim edge for
better organization around the sink work area, comprising a facial plate
having a front and a crispate top connecting the front to a back. The
front has a pair of slots disposed substantially near the bottom on
opposite sides and extend upward vertically there from. Inserted between
the front and back is a compression gib. The compression gib has a pair of
grooves which align with the slots in the facial plate. A supporting
member having two arms connected at one end by a cross member and opposite
thereto a pair of threaded ends fays the device together and to the sink.
The vertical slots in the front facial plate and the grooves in the
compression gib align to receive the threaded ends. Fastening means and
washers are affixed onto the threaded ends of the supporting member. A
bracing member is affixed to the terminal end of each threaded end of the
supporting member. The various components of the present invention, and
the manner in which they interrelate, will be described in greater detail
hereinafter.
Een het vastklemmen apparaat voor roestvrij staalgootstenen die randranden hebben gerold die voor opschorting van gewogen punten van de gerolde de randrand van de gootsteen worden gebruikt voor betere organisatie rond het gebied van het gootsteenwerk, dat uit een gezichtsplaat bestaat die een voorzijde en een gekrulde bovenkant heeft die de voorzijde verbinden met een rug. De voorzijde heeft een paar groeven schikte wezenlijk dichtbij de bodem aan tegenovergestelde kanten en uitbreidt omhoog verticaal daar zich van. Opgenomen tussen de voorzijde en de rug wordt een compressie gib. De compressie gib heeft een paar groeven die zich op de groeven in de gezichtsplaat richten. Een ondersteunend lid dat twee wapens heeft die aan de ene kant door een dwarslid en een tegengestelde daaraan een paar ingepaste eindenfays het apparaat samen en aan de gootsteen worden verbonden. De verticale groeven in de voor gezichtsplaat en de groeven in de compressie gib richten zich om de ingepaste einden te ontvangen. Het vastmaken de middelen en de wasmachines worden gehecht op de ingepaste einden van het ondersteunende lid. Een vastbindend lid wordt gehecht aan het eindeind van elk ingepast eind van het ondersteunende lid. De diverse componenten van de onderhavige uitvinding, en de manier waarin zij met elkaar in verband brengen, zullen hierna in groter detail worden beschreven.