Mechanisms and techniques allow computer systems to create and exchange
uniquely identified shared objects. Using this invention, a client
computer system can operate client software to generate local object
definitions in a local object specification. To assure that the local
object definitions created by the client are uniquely identifiable by this
client, as well as by a server and possibly other clients which may
require access to such object definitions (e.g., other clients in a
collaboration software system), the invention allows the client to send
the local object specification to the server for unique identification of
the object definitions. The server receives the local object specification
containing the local object definitions created by the client and can
convert each local object definition within the local object specification
to a global object definition in a global object specification. Each
global object definition includes a system-wide unique global object
identification assigned by the server that uniquely identifies the global
object definition on the server, as well across any clients in
communication with the server. The server then returns the global object
specification containing the uniquely identified global object definitions
to the client. The client then compares the global object specification to
the local object specification to determine if the server properly created
the global object specification based on the local object specification.
Assuming the server properly creates the global object specification, the
client replaces the local object specification with the global object
specification such that the client can operate on global object
definitions that are guaranteed to be uniquely identified.
De mechanismen en de technieken staan computersystemen toe om uniek geïdentificeerde gedeelde voorwerpen tot stand te brengen en te ruilen. Gebruikend deze uitvinding, kan een cliëntcomputersysteem cliëntsoftware in werking stellen om lokale objecten definities in een lokale objecten specificatie te produceren. Om te verzekeren dat de lokale objecten definities die door de cliënt worden gecreeerd door deze cliënt, evenals door een server en misschien andere cliënten uniek identificeerbaar zijn die toegang tot dergelijke objecten definities (b.v., andere cliënten in een samenwerkingssoftwaresysteem) kunnen vereisen, staat de uitvinding de cliënt toe om de lokale objecten specificatie naar de server voor unieke identificatie van de objecten definities te verzenden. De server ontvangt de lokale objecten specificatie bevattend de lokale objecten definities die door de cliënt worden gecreeerd en kan elke lokale objecten definitie binnen de lokale objecten specificatie in een globale objecten definitie in een globale objecten specificatie omzetten. Elke globale objecten definitie omvat een unieke globale objecten identificatie in het hele systeem die door de server wordt toegewezen die uniek de globale objecten definitie op de server, eveneens over om het even welke cliënten in communicatie met de server identificeert. De server geeft dan de globale objecten specificatie bevattend de uniek geïdentificeerde globale objecten definities aan de cliënt terug. De cliënt vergelijkt dan de globale objecten specificatie bij de lokale objecten specificatie om te bepalen als de server behoorlijk tot de globale objecten specificatie leidde die op de lokale objecten specificatie wordt gebaseerd. Het veronderstellen van de server leidt behoorlijk tot de globale objecten specificatie, vervangt de cliënt de lokale objecten specificatie met de globale objecten specificatie dusdanig dat de cliënt op globale objecten definities kan werken die gewaarborgd om uniek zijn worden geïdentificeerd.