A supersonic aircraft comprises a wing having upper and lower surfaces and
extending from a leading edge to a trailing edge and at least two engine
nacelles coupled to the lower surface of the wing on the trailing edge.
The supersonic aircraft further comprises an inverted V-tail abutting to
the upper side of the wing comprising a central vertical stabilizer, at
least two inverted stabilizers coupled to sides of the central vertical
stabilizer and coupled to the wing and supporting at least two engine
nacelles, and at least two ruddervators respectively pivotally coupled to
at least two inverted stabilizers. The supersonic aircraft also comprises
a controller coupled to at least two ruddervators and capable of adjusting
the aircraft longitudinal lift distribution throughout a flight envelope
to maintain a reduced sonic boom and reduced drag trim condition.
Een supersonisch vliegtuig bestaat uit een vleugel die hogere en lagere oppervlakten hebben en zich van een voorrand tot een slepende rand en minstens twee motormotorgondels uitbreiden die aan de lagere oppervlakte van de vleugel op de slepende rand wordt gekoppeld. Het supersonische vliegtuig bestaat verder uit een omgekeerde v-Staart die aan de hogere kant van de vleugel grenst aan bestaand uit een centrale verticale stabilisator, uit minstens twee omgekeerde stabilisatoren die aan kanten van de centrale verticale stabilisator wordt gekoppeld en die aan de vleugel wordt gekoppeld en steunend minstens twee motormotorgondels, en uit minstens twee ruddervators die van groot belang aan respectievelijk minstens twee omgekeerde stabilisatoren wordt gekoppeld. Het supersonische vliegtuig bestaat ook uit een controlemechanisme dat aan minstens twee ruddervators wordt gekoppeld en geschikt om de distributie van de vliegtuigen longitudinale lift door een vluchtenvelop aan te passen om een verminderde sonische boom en een verminderde voorwaarde van de belemmeringsversiering te handhaven.