A crawler vehicle has a frame extending along a longitudinal axis of the
vehicle, and two lateral track carriages oscillating with respect to the
frame about a rear transverse axis. Each carriage is connected to a front
cross member by a respective connecting assembly having a pin, which
permits relative oscillation of the cross member and the carriage about a
hinge axis perpendicular to the rear transverse axis, and has an eccentric
portion for varying the effective length of the cross member between two
given values as the carriages oscillate about the rear transverse axis.
Een kruippakjevoertuig heeft een kader zich langs een longitudinale as van het voertuig uitbreiden, en twee zijspoorvervoer die met betrekking tot het kader over een achter transversale as oscilleren. Elk vervoer wordt verbonden met een voor dwarslid door een respectieve verbindende assemblage die een speld heeft, die relatieve schommeling van het dwarslid en het vervoer over een loodlijn van de scharnieras aan de achter transversale as, toelaat en een zonderling gedeelte voor het variƫren van de efficiƫnte lengte van het dwarslid tussen twee bepaalde waarden heeft aangezien het vervoer over de achter transversale as oscilleert.