The invention relates to aircrafts, in particular to aircrafts, which are
embodied in a passenger, cargo or cargopassenger variants thereby making
it possible to improve performance characteristics by improving the
aerodynamic properties thereof. The inventive aircraft having a carrying
fuselage comprises a wing, an engine, and a fuselage whose width
considerably exceeds the height thereof. A lower surface of the basic and
the tail parts of the fuselage have a caved-in form in a cross-section
thereof. A lower surface of the flattened front part of the fuselage is
arranged at an attack angle with respect to the longitudinal horizontal
plane of the aircraft. In addition, the front part of the aircraft has a
curvilinear form in the plan view, which successively passes from the
narrow front part to the basic large part of the fuselage. A tail group is
embodied in the form of a double tail fins which are mutually spaced at a
distance of the fuselage width with respect to the longitudinal vertical
plane of the aircraft and are mounted at an angle with respect to said
vertical plane of the aircraft.
De uitvinding heeft op vliegtuigen, in het bijzonder aan vliegtuigen betrekking, die in een passagier worden opgenomen, lading of cargopassenger varianten die daardoor het mogelijk een maken om prestatieskenmerken te verbeteren door de aƫrodynamische eigenschappen daarvan te verbeteren. Het vindingrijke vliegtuig dat een dragende fuselage heeft bestaat uit een vleugel, uit een motor, en uit een fuselage de waarvan breedte aanzienlijk de hoogte daarvan overschrijdt. Een lagere oppervlakte van de fundamentele en staartdelen van de fuselage heeft uit:hollen-binnen in een dwarsdoorsnede zich daarvan vormen. Een lagere oppervlakte van het afgevlakte voordeel van de fuselage wordt geschikt bij een aanvalshoek met betrekking tot het longitudinale horizontale vliegtuig van de vliegtuigen. Bovendien heeft het voordeel van de vliegtuigen een kromlijnige vorm in de planmening, die opeenvolgend van het smalle voordeel tot het fundamentele grote deel van de fuselage overgaat. Een staartgroep wordt opgenomen in de vorm van een dubbele staartvinnen die wederzijds bij een afstand van de fuselagebreedte met betrekking tot het longitudinale vertikale vlak van de vliegtuigen uit elkaar worden geplaatst en bij een hoek met betrekking tot bovengenoemd vertikaal vlak van de vliegtuigen uit elkaar geplaatst.