A method and system are disclosed for editing a software program in a
common language runtime environment, wherein the software program has a
source code component, an intermediate language component, and a native
code component. The method comprises executing a first portion of the
native code component, suspending execution of the native code component
at a first point, and allowing a user to edit the source code component to
create an edited source code component. The edited source code component
is compiled using a source compiler to create an edited intermediate
language component, and the edited intermediate language component is
compiled using an intermediate language compiler to create an edited
native code component. The edited native code component is then executed
beginning at the point where execution was previously suspended.
Een methode en een systeem worden onthuld voor het uitgeven van een softwareprogramma in een gemeenschappelijke taalruntime milieu, waarin het softwareprogramma een broncodecomponent, een middentaalcomponent, en een inheemse codecomponent heeft. De methode bestaat uit het uitvoeren van een eerste gedeelte dat van de inheemse codecomponent, uitvoering van de inheemse codecomponent opschort op een eerste punt, en een gebruiker toestaat om de broncodecomponent uit te geven om een uitgegeven broncodecomponent te creëren. De uitgegeven broncodecomponent wordt gecompileerd gebruikend een broncompiler om een uitgegeven middentaalcomponent te creëren, en de uitgegeven middentaalcomponent wordt gecompileerd gebruikend een middentaalcompiler om een uitgegeven inheemse codecomponent te creëren. De uitgegeven inheemse codecomponent wordt dan uitgevoerd beginnend op het punt waar de uitvoering eerder werd opgeschort.