The invention relates to communicating message data between application
programs, the message data relating to units of work performed by the
application programs. A plurality of message queuing subsystems interface
to the application programs and are coupled together through a coupling
facility. The message data is communicated in shared queues between the
message queuing subsystems by means of data structures contained in the
coupling facility. The data structures include an administrative structure
listing unit of work descriptors describing operations performed by the
queuing subsystems on a shared queue. A connection failure between a
queuing subsystem and the shared queue is notified to the remaining
queuing subsystems connected to the shared queue. The remaining queuing
subsystems interrogate the listed work descriptors so as to identify and
to share between them the units of work active in the failed connection,
and each of the remaining subsystems recovers its share of the units of
work active in the failed connection.
De uitvinding heeft op het meedelen van berichtgegevens betrekking tussen toepassingsprogramma's, de berichtgegevens met betrekking tot eenheden van het werk die door de toepassingsprogramma's worden uitgevoerd. Een meerderheid van bericht het een rij vormen subsystemen zet aan de toepassingsprogramma's om en door een koppelingsfaciliteit samen gekoppeld. Het berichtgegeven wordt meegedeeld in gedeelde rijen tussen de bericht het een rij vormen subsystemen door middel van gegevensstructuren in de koppelingsfaciliteit. De gegevensstructuren omvatten een administratieve eenheid van de structuurlijst het werkbeschrijvers beschrijvend handelingen die door de het een rij vormen subsystemen op een gedeelde rij worden uitgevoerd. Een verbindingsmislukking tussen een het een rij vormen subsysteem en de gedeelde rij wordt meegedeeld aan de resterende het een rij vormen subsystemen die met de gedeelde rij worden verbonden. De resterende het een rij vormen subsystemen ondervragen de vermelde het werkbeschrijvers om tussen hen de eenheden van het werk te identificeren en te delen actief in de ontbroken verbinding, en elk van de resterende subsystemen krijgt zijn aandeel eenheden van het werk actief in de ontbroken verbinding terug.