A computer entity, particularly but not exclusively a headless computer
entity, has operating systems stored on a non-volatile data storage device
e.g. a hard disk drive, and has a back-up data storage device. Operating
system backup's are taken from an uncorrupted copy of an operating system
stored in a separate partition on the data storage device to the primary
operating system which is actually used to run the device, thereby
ensuring that if the primary operating system of the computer entity
becomes corrupted either gradually or catastrophically, the back-up copy
which is stored on a back-up media is not effected. Under failure
conditions of the computer entity, a pristine copy of the operating system
can be reloaded from the back-up tape data storage media and the computer
entity rebooted from the pristine operating system back-up copy.
Een computerentiteit, bijzonder maar niet uitsluitend een computerentiteit zonder hoofd, heeft werkende systemen die op een niet-vluchtige gegevensopslaggelegenheid b.v. een harde schijfaandrijving worden opgeslagen, en heeft een hulpgegevensopslaggelegenheid. De werkend systeemsteun wordt genomen uit een uncorrupted exemplaar van een werkend systeem dat in een afzonderlijke verdeling op de gegevensopslaggelegenheid aan het primaire werkende systeem wordt opgeslagen dat eigenlijk wordt gebruikt om het apparaat in werking te stellen, daardoor ervoor zorgend dat als het primaire werkende systeem van de computerentiteit of geleidelijk aan of catastrofaal bedorven wordt, het hulpexemplaar dat op hulpmedia wordt opgeslagen niet wordt uitgevoerd. In de mislukkingsomstandigheden van de computerentiteit, kan een pristine exemplaar van het werkende systeem van de hulpopslagmiddelen van bandgegevens en de computerentiteit worden herladen die van het pristine werkend systeem hulpexemplaar worden gereboot.