A method and system in a wireless communications network for the
simultaneous transmission of voice and non-voice data over a single
dedicated radio frequency channel to a mobile unit having a primary
transmission bandwidth. Initially, voice data are transmitted to a mobile
unit via a primary time interval within a single dedicated radio frequency
channel. An unoccupied secondary time interval available to the mobile
unit is then identified. Thereafter, non-voice data are transmitted to the
mobile unit via the secondary time interval, in response to identifying
the secondary time interval. The primary transmission bandwidth of the
mobile unit is next automatically broadened to encompass both the primary
time interval and the secondary time interval. Finally, the primary time
interval and the secondary time interval are linked within the single
dedicated radio frequency channel to permit the subsequent processing of
the voice and non-voice data as a single transmitted unit over the single
dedicated radio frequency channel. In identifying an unoccupied secondary
time interval available to the mobile unit, time intervals positioned
adjacent the primary time interval are examined to determine occupancy. If
an adjacent time interval is determined to be occupied, the call being
processed within that adjacent time interval is handed off to another
channel or mobile unit, leaving that adjacent time interval open and
unoccupied. The non-voice data is then transmitted to the mobile unit via
the adjacent time interval, such that the adjacent time interval comprises
an identified secondary time interval available to the mobile unit. The
wireless communications network may be composed of a cellular telephone
network operating alone or in association with landline-based components.
Een methode en een systeem in een draadloos communicatienetwerk voor de gelijktijdige transmissie van stem en niet-gesproken gegevens over één enkel specifiek radiofrequentiekanaal aan een mobiele eenheid die een primaire transmissiebandbreedte heeft. Aanvankelijk, worden de stemgegevens overgebracht aan een mobiele eenheid via een primair tijdinterval binnen één enkel specifiek radiofrequentiekanaal. Een onbezet secundair tijdinterval beschikbaar aan de mobiele eenheid wordt dan geïdentificeerd. Daarna, worden de niet-gesproken gegevens overgebracht aan de mobiele eenheid via het secundaire tijdinterval, in antwoord op het identificeren van het secundaire tijdinterval. De primaire transmissiebandbreedte van de mobiele eenheid wordt daarna automatisch verbreed om zowel het primaire tijdinterval als het secundaire tijdinterval te omvatten. Tot slot zijn het primaire tijdinterval en het secundaire tijdinterval verbonden binnen het enige specifieke radiofrequentiekanaal om de verdere verwerking van de stem en de niet-gesproken gegevens als één enkele overgebrachte eenheid over het enige specifieke radiofrequentiekanaal toe te laten. Bij het identificeren van een onbezet secundair tijdinterval beschikbaar aan de mobiele eenheid, worden de tijdintervallen die adjacent het primaire tijdinterval worden geplaatst onderzocht om inbezitneming te bepalen. Als een aangrenzend tijdinterval om wordt bepaald worden bezet, wordt de vraag die binnen dat aangrenzende tijdinterval wordt verwerkt overhandigd weg aan een ander kanaal of mobiele eenheid, verlatend dat aangrenzende tijdinterval open en onbezet. Het niet-gesproken gegeven wordt dan overgebracht aan de mobiele eenheid via het aangrenzende tijdinterval, dusdanig dat het aangrenzende tijdinterval uit een geïdentificeerd secundair tijdinterval beschikbaar aan de mobiele eenheid bestaat. Het draadloze communicatienetwerk kan uit een cellulair telefoonnetwerk dat alleen of in samenwerking met op landline-gebaseerde componenten worden samengesteld werkt.