Traffic handling load on network servers is moderated by attenuating POP
checks at proxy servers located across the network. Attenuation of POP
checks is accomplished by intercepting each POP check packet at a proxy
server that is nominally local to where the user is located. The proxy
server permits a given user's initial POP check to proceed on through the
network to the mail server. Thereafter, though, the proxy server only
permits that user's received POP checks to proceed onward according to a
predetermined algorithm, e.g., at intervals of no less than fifteen
minutes. Overly frequent POP checks by a user are responded to by the
proxy server (rather than the mail server itself) with a response
indicating that the user that he has no mail (despite not knowing
deterministically whether that is a true statement). Additionally the
proxy server may buffer and delay the POP transactions to effectively
allow only a predetermined rate of POP checks. Bandwidth loading on the
network is managed by pushing e-mail message traffic out to the edges of
the network at times when bandwidth demand is low. To accomplish this, a
user's e-mail is cached at the proxy server nearest to his presumed
location. This decentralizes the e-mail storage away from the mail server
and spreads it out over the network at the various proxy servers. This
cache action is preferably done when there is a lull in network traffic
(e.g., at night). This has the effect of decentralizing the bandwidth
demand on the overall network since the e-mail messages have a shorter
distance to travel when retrieved by the user from the cache location at
the proxy server.
De de behandelingslading van het verkeer op netwerkservers wordt door POP controles bij volmachtsservers gematigd te verminderen die over het netwerk worden gevestigd. De vermindering van POP controles wordt verwezenlijkt door elk POP controlepakket bij een volmachtsserver te onderscheppen die nominaal lokaal is aan waar de gebruiker wordt gevestigd. De volmachtsserver laat de controle van een bepaalde gebruiker toe aanvankelijke POP om door het netwerk aan de postserver te werk te gaan. Daarna, niettemin, laat de volmachtsserver slechts toe dat de ontvangen POP controles van de gebruiker voorwaarts te werk te gaan volgens een vooraf bepaald algoritme, b.v., met intervallen van geen dan minder vijftien minuten. Overdreven worden de frequente POP controles door een gebruiker geantwoord aan door de volmachtsserver (eerder dan de postserver zelf) met een reactie erop wijst die dat de gebruiker dat hij geen post heeft (ondanks deterministisch het weten niet of dat een ware verklaring is). Bovendien kan de volmachtsserver voor de POP transacties als buffer optreden en vertragen om slechts een vooraf bepaald tarief POP controles effectief toe te staan. De lading van de bandbreedte op het netwerk wordt beheerd door e-mailberichtverkeer aan de randen van het netwerk te ontslaan af en toe wanneer de bandbreedtevraag laag is. Om dit te verwezenlijken, wordt e-mail van een gebruiker in het voorgeheugen ondergebracht bij de volmachtsserver het meest dichtbij aan zijn veronderstelde plaats. Dit decentraliseert de e-mailopslag vanaf de postserver en spreidt het uit over het netwerk uit bij de diverse volmachtsservers. Deze geheim voorgeheugenactie wordt bij voorkeur gedaan wanneer er een pauze in netwerkverkeer (b.v., bij nacht) is. Dit heeft het effect van het decentraliseren van de bandbreedtevraag op het algemene netwerk aangezien de e-mailberichten een kortere afstand om hebben te reizen wanneer teruggewonnen door de gebruiker van de geheim voorgeheugenplaats bij de volmachtsserver.