A building block has a cement-based attachment layer on one or both
exterior surfaces of the block that can receive and hold a penetrating
fastener such as a nail, screw, staple, or the like. This allows surficial
coverings such as wallboard, siding or other materials to be easily
attached to a block wall made of the building blocks. The block includes
substantially semi-cylindrical concave portions that form a cross-linked
structure of channels when the blocks are assembled into a wall. Once the
blocks have been stacked in place in a wall, grout or other suitable
filling material is poured into the cross-linked structure of channels.
When the filling material hardens, the blocks are locked together.
Surficial covering materials may then be nailed, screwed, or stapled
directly to the attachment layer.
Een bouwsteen heeft een op cement-gebaseerde gehechtheidslaag op één of beide buitenoppervlakten van het blok dat een doordringend bevestigingsmiddel zoals een spijker, schroef, nietje, of dergelijke ontvangen en kan houden. Dit laat de bekledingen van het aardoppervlak zoals wallboard, het opruimen of andere materialen toe om gemakkelijk aan een blokmuur worden vastgemaakt die van de bouwstenen wordt gemaakt. Het blok omvat wezenlijk semi-cylindrical concave gedeelten die een cross-linked structuur van kanalen vormen wanneer de blokken in een muur worden geassembleerd. Zodra de blokken op zijn plaats in een muur zijn gestapeld, worden de pleister of ander geschikt het vullen materiaal gegoten in de cross-linked structuur van kanalen. Wanneer het het vullen materiaal verhardt, zijn de blokken samen gesloten. De behandelende materialen van het aardoppervlak kunnen dan worden genageld worden geschroeft of, rechtstreeks aan de gehechtheidslaag worden geniet.