The Fault Detection and Exclusion (FDE) system for use in navigational
systems that rely upon multiple ranging signals, such as GPS satellites,
uses an FDE algorithm to detect, as soon as possible, whether a fault
exists in a signal associated with one or more of the GPS satellites. The
system makes this determination by comparing a computed residual error
with a first fault detection threshold. After determining that the
computed residual error has exceeded the first, relatively low, fault
detection threshold, the system transmits a signal to one or more external
systems indicating that one or more signals associated with the various
GPS satellites may be faulty. The system then monitors horizontal
estimated position error (HUL) until this value has met or exceeded a
relatively high fault isolation threshold value. The system then attempts
to isolate and exclude the faulty satellite from the current navigational
solution.
Het systeem van de Fout van de Opsporing en van de Uitsluiting (FDE) voor gebruik in navigatiesystemen die op veelvoudige uitstrekkende signalen, zoals GPS satellieten vertrouwen, gebruikt een te ontdekken algoritme FDE, zo spoedig mogelijk, of een fout in een signaal verbonden aan één of meer van de GPS satellieten bestaat. Het systeem stelt dit besluit door een gegevens verwerkte overblijvende fout met een eerste drempel van de foutenopsporing te vergelijken op. Na het bepalen dat de gegevens verwerkte overblijvende fout de eerste heeft overschreden, vrij laag, brengt de drempel van de foutenopsporing, het systeem een signaal aan één of meerdere externe systemen erop wijzen over die dat één of meerdere signalen verbonden aan de diverse GPS satellieten defect kunnen zijn. Het systeem controleert dan horizontale geschatte positiefout (HUL) tot deze waarde een vrij hoge de drempelwaarde van de foutenisolatie heeft ontmoet of overschreden. Het systeem probeert dan om de defecte satelliet te isoleren en uit te sluiten van de huidige navigatieoplossing.