A driving apparatus has a differential gear unit and an electric motor and
drives drive wheels of a vehicle. The differential gear unit includes a
differential case provided with a final driven gear, and two axle shafts
respectively coupled to the drive wheels. A hollow rotor shaft is
coaxially disposed outside one of the axle shafts, and a rotor of the
electric motor is fixed to this rotor shaft. A reduction shaft is disposed
in parallel to the axle shaft, and this reduction shaft is provided with a
driven gear, which is engaged with a drive gear provided on the rotor
shaft, and a final drive gear engaged with the final driven gear.
Een drijfapparaat heeft een differentieel toesteleenheid en een elektrische motor en drijft aandrijvingswielen van een voertuig. De differentieel toesteleenheid omvat een differentieel geval die van een definitief gedreven toestel wordt voorzien, en twee asschachten die respectievelijk aan de aandrijvingswielen worden gekoppeld. Een holle rotorschacht wordt coaxiaal geschikt buiten één van de asschachten, en een rotor van de elektrische motor wordt bevestigd aan deze rotorschacht. Een verminderingsschacht wordt geschikt tegelijkertijd parallel met de asschacht, en deze verminderingsschacht wordt voorzien van een gedreven toestel, dat met een aandrijvingstoestel dat op de rotorschacht bezet is, en een definitief bezet aandrijvingstoestel van het definitieve gedreven toestel wordt voorzien.