Method for trapping a residual monomer with epoxide function in a thermoplastic composition

   
   

For trapping a residual monomer containing an expoxide function that has not reacted by copolymerization or by grafting, in a thermoplastic composition based on a copolymer of ethylene and/or propylene, a sufficient amount of an acidic trapping additive is added to remove the residual monomer. The trapping additive is preferably a porous zeolite with a pore diameter of between 2 and 10 angstroms. Improved compositions and blends are thereby obtained.

Voor het opsluiten van een overblijvend monomeer dat een expoxidefunctie bevat die niet door copolymerisatie of door heeft gereageerd, in een thermoplastische samenstelling te enten die op een copolymeer van ethyleen en/of propyleen wordt gebaseerd, wordt een voldoende hoeveelheid zuurrijk opsluitend additief toegevoegd om het overblijvende monomeer te verwijderen. Het opsluitende additief is bij voorkeur een poreus zeoliet met een poriediameter van tussen 2 en 10 angstroms. De betere samenstellingen en de mengsels worden daardoor verkregen.

 
Web www.patentalert.com

< Cationic polymers and their use

< Polymerization process

> Process for the polymerization of ethylene and interpolymers thereof

> Cascaded polyolefin slurry polymerization employing disengagement vessel between reactors

~ 00168