A GUI (Graphical User Interface) Manager is used by a network administrator
to fill-in predefined templates. The administrator does not need to
compile, debug or write a single line of scripting code. The GUI manager
has a "select the box" and "point and click" and "fill-in the blank"
approach for selecting computer settings. The predefined configuration
and/or template(s) are used by a logon script program on a client system
to manage the configuration of resources on at least one client. There are
three levels of resources that can be managed. The first type of resource
is an operating system. The second type of resource is an application
resource. And the third type of resource is to redirect a resource on the
client to a resource on a network such as a drive letter mapping.
Resources include configurations from the group of configuration settings
consisting of drive mappings, shell folders, printer deployment, proxy
server access, application paths, service packs, anti-virus updates,
policies and automatic mail profile creation. In another embodiment,
validation logic is used on the clients' system during the execution of an
application program that takes the template and applies the defined
configuration settings in the template to the clients' system so as to
automatically configure at least one configuration setting for a user if
the combination of one or more predefined conditions for a selected group,
a selected operating system and a selected connection method are met. In
still another embodiment, an interpretive engine is used on the client's
system to permit the administration of client resources with a template
while also allowing network administrators to build their own custom logon
scripts.
Een (Grafisch Gebruikersinterface) wordt Manager GUI gebruikt door een netwerkbeheerder aan vulling-in vooraf bepaalde malplaatjes. De beheerder te hoeven om geen één enkele lijn te compileren te zuiveren of te schrijven van het scripting van code. De manager GUI heeft "uitgezocht de doos" en "punt en klikt" en "vulling-in de lege" benadering voor het selecteren van computermontages. De vooraf bepaalde configuratie en/of het malplaatje (s) worden door een programma van het openings van een sessiemanuscript over een cliëntsysteem gebruikt om de configuratie van middelen op minstens één cliënt te beheren. Er zijn drie niveaus van middelen die kunnen worden beheerd. Het eerste type van middel is een werkend systeem. Het tweede type van middel is een toepassingsmiddel. En het derde type van middel moet een middel op de cliënt aan een middel op een netwerk zoals een afbeelding van de aandrijvingsbrief opnieuw richten. De middelen omvatten configuraties van de groep configuratiemontages die uit aandrijvingsafbeeldingen, shell omslagen, printerplaatsing, de toegang van de volmachtsserver, toepassingswegen, de dienstpakken, anti-virus updates, beleid en de automatische verwezenlijking van het postprofiel bestaan. In een andere belichaming, wordt de bevestigingslogica gebruikt op het systeem van de cliënten tijdens de uitvoering van een toepassingsprogramma dat het malplaatje toepast neemt en de bepaalde configuratiemontages in het malplaatje op het systeem van de cliënten om automatisch minstens één configuratie te vormen die voor een gebruiker plaatst als de combinatie één of meerdere vooraf bepaalde voorwaarden voor een geselecteerde groep, een geselecteerd werkend systeem en een geselecteerde verbindingsmethode worden voldaan aan. In nog een andere belichaming, wordt een interpretive motor gebruikt op het systeem van de cliënt om het beleid van cliëntmiddelen met een malplaatje toe te laten terwijl ook het toestaan van netwerkbeheerders om hun eigen manuscripten van de douaneopening van een sessie te bouwen.
