An implantable infusion pump possesses operational functionality that is,
at least in part, controlled by software operating in two processor ICs
which are configured to perform some different and some duplicate
functions. The pump exchanges messages with an external device via
telemetry. Each processor controls a different part of the drug infusion
mechanism such that both processors must agree on the appropriateness of
drug delivery for infusion to occur. Delivery accumulators are incremented
and decremented with delivery requests and with deliveries made. When
accumulated amounts reach or exceed, quantized deliverable amounts,
infusion is made to occur. The accumulators are capable of being
incremented by two or more independent types of delivery requests.
Operational modes of the infusion device are changed automatically in view
of various system errors that are trapped, various system alarm conditions
that are detected, and when excess periods of time lapse between pump and
external device interactions.
Een inplanteerbare infusiepomp bezit operationele functionaliteit namelijk op zijn minst voor een deel, dat door software wordt gecontroleerd die in twee bewerker ICs werkt die worden gevormd om verschillend wat en sommige dubbele functies uit te oefenen. De pomp ruilt berichten met een extern apparaat via telemetrie. Elke bewerker controleert een verschillend deel van het mechanisme van de druginfusie dusdanig dat beide bewerkers met de geschiktheid van druglevering voor infusie moeten overeenkomen voor te komen. De accumulatoren van de levering worden verhoogd en decremented met leveringsverzoeken en met gemaakte leveringen. Wanneer de geaccumuleerde bedragen bereiken of, gekwantiseerde onmiddellijk leverbare bedragen overschrijden, wordt de infusie gemaakt voor te komen. De accumulatoren kunnen door twee of meer onafhankelijke soorten leveringsverzoeken worden verhoogd. De operationele wijzen van het infusieapparaat worden veranderd automatisch gezien diverse systeemfouten die zijn opgesloten, diverse voorwaarden van het systeemalarm die worden ontdekt, en wanneer bovenmatige periodes van tijdtijdspanne tussen pomp en externe apparateninteractie.