A motor vehicle drive system controller is adapted to automatic drive control, the engine and the transmission being among the objects of control. The power output of the motor is controlled so as to maintain either a consistent drivable mode or a consistent undrivable mode as the automatic transmission shifts gears while the vehicle is running under automatic drive control. The consistent drivable mode refers to a state where the output torque of the motor is greater than the sum of the average running resistance and the variation in the running resistance and the consistent undrivable mode refers to a state where the output torque of the motor is smaller than the difference of the average running resistance and the variation in the running resistance. The automatic drive control function is prohibited when the controller detects abnormality in the transmission.

Een het systeemcontrolemechanisme wordt van de motorvoertuigaandrijving aangepast aan automatische aandrijvingscontrole, de motor en de transmissie die onder de voorwerpen van controle zijn. De machtsoutput van de motor wordt gecontroleerd om of een verenigbare drivable wijze of een verenigbare undrivable wijze als automatische toestellen van transmissieverschuivingen te handhaven terwijl het voertuig onder automatische aandrijvingscontrole loopt. De verenigbare drivable wijze verwijst naar een staat waar de outputtorsie van de motor groter is dan de som van de gemiddelde lopende weerstand en de variatie op de lopende weerstand en de verenigbare undrivable wijze naar een staat verwijst waar de outputtorsie van de motor kleiner is dan het verschil van de gemiddelde lopende weerstand en de variatie in de lopende weerstand. De automatische functie van de aandrijvingscontrole is belemmerd wanneer het controlemechanisme abnormaliteit in de transmissie ontdekt.