A jewelry piece 10 includes a light transparent, ornamental element 20 and a light emitting diode 16 positioned near the ornamental element. A battery case 12 has a side wall 12b having a threaded opening 29 therein providing access to a battery being held within the battery case. A clasp 14 has an outwardly projecting threaded element 14b adapted to be received in the threaded opening 29. There is a first conductive wire 26 having one end connected to one terminal of the battery and another end connected to the diode 16 and a second conductive wire 30 having one end connected to the light source and another end having a clasp 14. The clasp 14, when partially inserted into the opening 29, completes a loop but does not contact the other terminal of the battery, preventing the diode 16 from being energized. When completely inserted into the opening 29, the clasp 14 makes contact with the other terminal of battery to energize the light source.

Een juwelenstuk 10 omvat een licht transparant, sierelement 20 en een lichte uitzendende diode 16 plaatste dichtbij het sierelement. Een batterijgeval 12 heeft een zij muur 12b die ingepaste openings 29 heeft daarin verlenend toegang tot een batterij die binnen het batterijgeval wordt gehouden. Een greep 14 heeft een klaarblijkelijk het ontwerpen ingepast element 14b dat wordt aangepast om in ingepaste openings 29 worden ontvangen. Er zijn een eerste geleidende draad 26 één eind hebben dat met één terminal van de batterij wordt verbonden en een ander eind dat met diode 16 wordt verbonden en een tweede geleidende draad 30 die één eind hebben dat met de lichtbron wordt verbonden en een ander eind die een greep 14 hebben. Greep 14, wanneer gedeeltelijk opgenomen in openings 29, voltooit een lijn maar contacteert niet de andere terminal die van de batterij, diode 16 verhindert worden geactiveerd. Wanneer volledig opgenomen in openings 29, neemt greep 14 contact met de andere terminal van batterij op om de lichtbron te activeren.