Described is a method and arrangement for managing a network which is
coupling at least a first component and a remote component. A database is
transmitted from the first component to the remote component via the
network. The database includes filter data having at least one condition
and action data corresponding to the at least one condition. A data packet
is transmitted from the first component to the remote component via the
network. The data packet includes a plurality of fields and data. The
fields of the data packet are filtered at the remote component to
determine if the at least one condition is satisfied.
Beschreven worden een methode en een regeling voor het beheren van een netwerk dat minstens een eerste component en een verre component koppelt. Een gegevensbestand wordt overgebracht van de eerste component aan de verre component via het netwerk. Het gegevensbestand omvat filtergegevens die minstens één voorwaarde en actiegegeven hebben dat aan de minstens één voorwaarde beantwoordt. Een gegevenspakket wordt overgebracht van de eerste component aan de verre component via het netwerk. Het gegevenspakket omvat een meerderheid van gebieden en gegevens. De gebieden van het gegevenspakket worden gefiltreerd bij de verre component om te bepalen als de minstens één voorwaarde voldaan aan is.