Motor vehicle safety system deployment is controlled by a biomechanical
algorithm that considers a normalized frontal crash velocity and vehicle
occupant status in determining safety system deployment strategy.
Normalized frontal velocity is determined either by a radar type crash
velocity detection system or by adjusting the radar velocity towards a
crash velocity determined based on time-to-fire as determined by a
single-point algorithm. The radar velocity or the adjusted greater
velocity is normalized if necessary for crash type to a frontal velocity
equivalent.
De het systeemplaatsing wordt van de motorvoertuigveiligheid gecontroleerd door een biomechanisch algoritme dat een genormaliseerde frontale van het neerstortingssnelheid en voertuig bewonersstatus in het bepalen van de plaatsingsstrategie van het veiligheidssysteem overweegt. De genormaliseerde frontale snelheid wordt of door een radartype de opsporingssysteem van de neerstortingssnelheid of door de radarsnelheid naar een bepaald aan te passen neerstortingssnelheid bepaald die op time-to-fire wordt gebaseerd zoals die door een single-point algoritme wordt bepaald. De radarsnelheid of de aangepaste grotere snelheid zijn indien nodig genormaliseerd voor neerstortingstype aan een frontaal snelheidsequivalent.