An electroacoustic transducer with attenuated effective output
irregularities caused by intrinsic normal modes of oscillation. What
stands out, as a structural property of a preferred embodiment, is a
sandwich assembly, having an oscillating medium of layered components
suspended between two rigid baffles, with a hinged baffle extension
supporting the device in upright position. An opening, asymmetrically
positioned in each of said two rigid baffles, exposes to the ambient
medium a driven and asymmetrically positioned antinode belonging to a
predetermined mode pattern of the oscillating medium. The resulting
asymmetrical and partial coupling of the oscillating medium with the
ambient medium limits occurrences of irregularities in effective output.
Similarly, the asymmetrical and partial driving of the oscillating medium
leads to a relatively high number of normal modes simultaneously excited.
Moreover, perturbations in boundary conditions of the oscillating medium
give rise to additional superposed standing waves, for a further increase
in the number of normal modes simultaneously excited. The resulting higher
density of normal modes limits perception of irregularities in effective
output. This combined process of limiting both occurrences and perception
of irregularities stands out as a functional property of the device for an
effective output with improved tonal quality.
Een electroacoustic omvormer met verminderde efficiënte outputonregelmatigheden die door intrinsieke normale wijzen van schommeling worden veroorzaakt. Wat, als structureel bezit van een aangewezen belichaming duidelijk uitkomt, is een sandwichassemblage, die een oscillerend middel van gelaagde componenten heeft die tussen twee stijve schotten, met een scharnierende schotuitbreiding ondersteunend worden opgeschort het apparaat in rechte positie. Openen, asymmetrisch geplaatst in elk van gezegd twee stijve schotten, stelt aan het omringende middel gedreven en asymmetrisch geplaatste antinode bloot die tot een vooraf bepaald wijzepatroon behoort van het oscillerende middel. De resulterende asymmetrische en gedeeltelijke koppeling van het oscillerende middel met het omringende middel beperkt voorkomen van onregelmatigheden in efficiënte output. Op dezelfde manier het asymmetrische en gedeeltelijke leidt drijven van het oscillerende middel tot een vrij hoog aantal normale gelijktijdig opgewekte wijzen. Voorts leiden de storingen in grensvoorwaarden van het oscillerende middel tot extra boven elkaar geplaatste bevindende golven, voor een verdere verhoging van het aantal normale gelijktijdig opgewekte wijzen. De resulterende hogere dichtheid van normale wijzen beperkt waarneming van onregelmatigheden in efficiënte output. Dit gecombineerde proces om zowel voorkomen als waarneming van onregelmatigheden te beperken komt duidelijk uit als functioneel bezit van het apparaat voor een efficiënte output met betere tonal kwaliteit.