An implantable electrode array, adapted for insertion into a cochlea, provides a multiplicity of exposed electrode contacts, each having a shape, geometry, or makeup that aids in controlling the current flow and current density associated with the electrode contact as a function of position on the electrode contact. In one embodiment, the shape or geometry of the exposed electrode contact controls the contact surface of the electrode contact in a way that varies the current flow and current density as a function of surface area position on the electrode, thereby focusing most of the current to flow through the center of the electrode contact. In another embodiment, the electrode contact is coated with a dielectric or other material that controls the surface contact impedance as a function of distance from the center of the electrode, again focusing most of the current flow through the center of the electrode contact. In yet a further embodiment, the exposed electrode contact surface area is masked with an insulator to prevent conduction of current at various locations on the surface of the electrode contact. Separately, or in combination with any of the above embodiments, the exposed electrode contact surface and/or the entire electrode array may be coated with a selected substance or drug compound that diffuses into the tissue and liquids surrounding the electrode. Such substance or drug compound is selected to elicit a desired result, e.g., to inhibit fibrous tissue or bone growth in the vicinity of the electrode contacts; to promote healing of damaged tissue in the region of the electrode contacts, to prevent neural degeneration, or to promote neural regeneration.

Een inplanteerbare elektrodenserie, die voor toevoeging in een slakkehuis wordt aangepast, verstrekt een multipliciteit van blootgestelde elektrodencontacten, elk die een vorm, meetkunde heeft, of makeup dat de hulp in het controleren van de stroom en huidige dichtheid verbonden aan het elektrodencontact als functie van positie inzake het elektrodencontact stroomt. In één belichaming, controleren de vorm of de meetkunde van het blootgestelde elektrodencontact de contactoppervlakte van het elektrodencontact op een manier dat de huidige stroom en de huidige dichtheid als functie van oppervlaktepositie inzake de elektrode variëert, daardoor concentreert het grootste deel van de stroom om door het centrum van het elektrodencontact te vloeien. In een andere belichaming, is het elektrodencontact met een laag bedekt met een diëlektrisch of ander materiaal dat de impedantie van het oppervlaktecontact als functie van afstand van het centrum van de elektrode controleert, opnieuw concentreert het grootste deel van de huidige stroom door het centrum van het elektrodencontact. In nog een verdere belichaming, is de blootgestelde oppervlakte van het elektrodencontact gemaskeerd met een isolatie om geleiding van stroom bij diverse plaatsen op de oppervlakte van het elektrodencontact te verhinderen. Afzonderlijk, of in combinatie met om het even welk van de bovengenoemde belichamingen, kunnen de blootgestelde oppervlakte van het elektrodencontact en/of de volledige elektrodenserie met een geselecteerde substantie of drugsamenstelling worden met een laag bedekt die in het weefsel verspreidt en de vloeistoffen die de elektrode omringen. Dergelijke substantie of drugsamenstelling wordt geselecteerd om een gewenst resultaat te onthullen, b.v., om de vezelige weefsel of beengroei in de buurt van de elektrodencontacten te remmen; om het helen van beschadigd weefsel in het gebied van de elektrodencontacten te bevorderen, neurale degeneratie te verhinderen, of neurale regeneratie te bevorderen.