A cathode ray tube, which has a getter assembly (18) for providing proper
vacuum conditions within the tube. The getter assembly (18) comprises a
resilient strip (19) having a first end portion (23) and a second end
portion (25), and is detachably secured to a high voltage contact (15). A
getter cup (21) is connected to the first end portion (23). The second end
portion (25) is cooperatively engaged with one, preferably two protrusions
(30) for limiting lateral movements of the resilient strip (19). The
protrusions (30) are provided inside the envelope (5) of the tube. This
arrangement reduces the risk of obtaining a layer of getter material at
the wrong location within the tube.
Een kathodestraalbuis, die een vangstofassemblage (18) voor het verstrekken van juiste vacuümvoorwaarden binnen de buis heeft. Vangstofassemblage (18) bestaat uit een veerkrachtige strook (19) die een eerste eindgedeelte (23) en een tweede eindgedeelte (25) heeft, en aan een hoog voltagecontact (15) detachably beveiligd. Een vangstofkop (21) wordt verbonden met eerste eindgedeelte (23). Tweede eindgedeelte (25) is behulpzaam bezet met één, bij voorkeur twee uitsteeksels (30) voor het beperken van zijbewegingen van veerkrachtige strook (19). Uitsteeksels (30) worden verstrekt binnen envelop (5) van de buis. Deze regeling vermindert het risico om een laag van vangstofmateriaal bij de verkeerde plaats binnen de buis te verkrijgen.