A steering damper has a flow passage control valve for switching and
connecting among a pump, a tank and left and right chambers in a power
cylinder in correspondence to a steering operation, and left and right
cylinder passages (3, 4) for connecting to the left and right chambers.
The steering damper is provided with left and right damper portions (10A,
10B) having variable throttle valves (6, 7) arranged in the middle of the
respective cylinder passages and limiting an inflow to the flow passage
control valve from the power cylinder and pilot operated check valves (8,
9) connected thereto in parallel and allowing an inflow from the flow
passage control valve to the power cylinder. A pilot plunger (30)
arranging them at positions close to the respective passages and sliding
between the left and right damper portions is provided. Respective end
portions of the pilot plunger are set to a pressure receiving surface for
receiving the respective fluid pressure by being faced within the left and
right cylinder passages and an operating surface for opening the pilot
operated check valve in another passage by being operated by the fluid
pressure within one cylinder passage.
Een leidingsdemper heeft een de controleklep van de stroompassage voor het overschakelen en het verbinden onder een pomp, een tank en linker en juiste kamers in een machtscilinder in correspondentie met een leidingsverrichting, en linker en juiste cilinderpassages (3, 4) voor het verbinden met de linker en juiste kamers. De leidingsdemper wordt voorzien van linker en juiste vochtigere gedeelten die (10A, 10B) veranderlijke gaspedaalkleppen hebben (6, 7) geschikt in het midden van de respectieve cilinderpassages en het beperken van een toevloed tot de de controleklep van de stroompassage van de machtscilinder en de proef in werking gestelde controlekleppen (8, 9) verbonden daaraan tegelijkertijd parallel en het toestaan van een toevloed van de de controleklep van de stroompassage aan de machtscilinder. Een proefduiker (30) die hen schikt bij posities dicht bij de respectieve passages en tussen de linker en juiste vochtigere gedeelten glijdt wordt verstrekt. De respectieve eindgedeelten van de proefduiker worden geplaatst aan een druk die oppervlakte voor het ontvangen van de respectieve vloeibare druk door binnen de linker en juiste cilinderpassages en een werkende oppervlakte voor het openen van de proef in werking gestelde controleklep in een andere passage door door de vloeibare druk worden onder ogen gezien worden gewerkt binnen één cilinderpassage ontvangen.