A process for the reduction of gaseous sulfur compounds in gaseous streams.
The gaseous stream is contacted with a sorber, e.g., zinc oxide, which is
cable of sorbing the sulfur compounds under sulfur sorbing conditions. The
sorber is present in the form of one or more layers on the surface of a
monolith carrier, e.g., cordierite. The layers of the sorber have a total
thickness of at least 3 g/in.sup.3 of the carrier. The process is
especially useful for the removal of gaseous sulfur compounds such as
H.sub.2 S from gaseous streams.
Een proces voor de reductie van gasachtige zwavelsamenstellingen in gasachtige stromen. De gasachtige stroom wordt gecontacteerd met sorber, b.v., zinkoxyde, dat kabel van het absorberen van de zwavelsamenstellingen in zwavel het absorberen de omstandigheden is. Sorber is aanwezig in de vorm van één of meerdere lagen op de oppervlakte van een monolith drager, b.v., cordieriet. De lagen van sorber hebben een totale dikte van minstens 3 g/in.sup.3 van de drager. Het proces is vooral nuttig voor de verwijdering van gasachtige zwavelsamenstellingen zoals H.sub.2 S van gasachtige stromen.