A submarine plough is disclosed comprising a plough share 216 having a
cutting edge 207. A heel 220 is arranged rearwardly of the cutting edge
207, and a plough beam 205 has an attachment portion for enabling a towing
means 209 to tow the plough to cut a trench in the sea floor. The plough
share 216 is pivotable relative to the plough beam 205 to adjust the
vertical separation between the cutting edge 207 and the attachment
portion. Front skids 204 are arranged adjacent a forward end of the plough
beam 205 and hydraulic rams 219 pivot the plough share 216 relative to the
plough beam 205. A cable is passed in an arcuate path into the trench
rearwardly of the cutting edge 207 and heel 220.
Een onderzeese ploeg wordt onthuld bestaand uit een ploegaandeel 216 die een snijkant 207 heeft. Een hiel 220 wordt geschikt achterwaarts van snijkant 207, en een ploegstraal 205 heeft een gehechtheidsgedeelte voor het toelaten van een het slepen middel 209 om de ploeg te slepen om een geul in de zeebodem te snijden. Ploegaandeel 216 is pivotable met betrekking tot ploegstraal 205 om de verticale scheiding tussen snijkant 207 en het gehechtheidsgedeelte aan te passen. Voor steunbalken 204 worden geschikt adjacent een voorwaarts eind van ploegstraal 205 en hydraulische rammen 219 draaien ploegaandeel 216 met betrekking tot ploegstraal 205. Een kabel wordt overgegaan in een boogvormige weg in de geul achterwaarts van snijkant 207 en hiel 220.