The present invention relates to a lighter which a user actuates by at least two different modes of operation. In the first mode, a biasing member is positioned to oppose movement of an actuating assembly so that a user releases fuel and ignites the lighter only if a high-actuation-force is applied to the actuator. In this first mode, the lighter resists operation by unintended users by requiring a user to have a predetermined level of strength to actuate the lighter. In the second mode, the biasing member is moved to a different position which does not oppose movement of the actuating assembly to the same extent as the first mode so that a user may release fuel and ignite the lighter if a low-actuation-force is applied to the actuator. Moving the biasing element from the first position to the second position preferably requires the user to have a predetermined level of cognitive abilities and/or physical characteristics in order to resist use by unintended users.

De onderhavige uitvinding heeft op een aansteker betrekking die een gebruiker door minstens twee verschillende wijzen van verrichting aandrijft. Op de eerste wijze, wordt een beïnvloedend lid geplaatst om zich beweging van een aandrijvende assemblage te verzetten zodat een gebruiker brandstof vrijgeeft en de aansteker aansteekt slechts als een hoog-aandrijving-kracht wordt toegepast op actuator. Op deze eerste wijze, verzet de aansteker zich tegen verrichting door onbedoelde gebruikers door een gebruiker te vereisen om een vooraf bepaald niveau van sterkte te hebben om de aansteker aan te drijven. Op de tweede wijze, wordt het beïnvloedende lid verplaatst in een verschillende positie die geen beweging van de aandrijvende assemblage in de zelfde mate zoals de eerste wijze verzet zodat een gebruiker brandstof kan vrijgeven en de aansteker aansteken als een laag-aandrijving-kracht wordt toegepast op actuator. Het bewegen van het beïnvloedende element van de eerste positie in de tweede positie vereist bij voorkeur de gebruiker om een vooraf bepaald niveau van cognitieve capaciteiten en/of fysieke kenmerken te hebben om zich tegen gebruik door onbedoelde gebruikers te verzetten.