A processor supports an operating mode in which the default address size is
greater than 32 bits and the default operand size is 32 bits. The default
address size may be nominally indicated as 64 bits, although various
embodiments of the processor may implement any address size which exceeds
32 bits, up to and including 64 bits, in the operating mode. The operating
mode may be established by placing an enable indication in a control
register into an enabled state and by setting a first operating mode
indication and a second operating mode indication in a segment descriptor
to predefined states. Additionally, a first instruction prefix may be
coded into an instruction to override the default operand size to a first
non-default operand size (e.g. 64 bits). Furthermore, a second instruction
prefix may be coded into an instruction in addition to the first
instruction prefix to override the default operand size to a second
non-default operand size (e.g. 16 bits). Thus operand sizes of 64, 32, and
16 bits may be used when desired.
Een bewerker steunt een werkende wijze waarop de standaardadresgrootte groter is dan 32 beetjes en de standaardoperandgrootte 32 beetjes is. De standaardadresgrootte kan nominaal als 64 beetjes worden vermeld, hoewel diverse belichamingen van de bewerker om het even welke adresgrootte kunnen uitvoeren die 32 beetjes, tot en met inbegrip van 64 beetjes, op de werkende wijze overschrijdt. De werkende wijze kan worden gevestigd door te plaatsen toelaat aanwijzing in een controleregister in een toegelaten staat en door een eerste werkende wijzeaanwijzing en een tweede werkende wijzeaanwijzing in een segmentbeschrijver aan vooraf bepaalde staten te plaatsen. Bovendien, kan een eerste instructieprefix in een instructie worden gecodeerd om de standaardoperandgrootte aan een eerste grootte van de niet-gebrekoperand met voeten te treden (b.v. 64 beetjes). Voorts kan een tweede instructieprefix in een instructie naast de eerste instructieprefix worden gecodeerd om de standaardoperandgrootte aan een tweede grootte van de niet-gebrekoperand met voeten te treden (b.v. 16 beetjes). Aldus kunnen de operandgrootte van 64..32, en 16 beetjes worden gebruikt wanneer gewenst.