Language subset validation includes validating multiple program modules
that comprise a program. The program modules include multiple bytecodes
defined for a first computer language that is a hardware-dependent subset
of a second computer language. The validation includes indicating an error
condition for items in the multiple program modules that are not defined
for the first computer language, indicating an error condition for items
in the multiple program modules that are not supported by an execution
environment of the first computer language and indicating an error
condition for items in the multiple program modules that are defined for
the first computer language but used in a manner inconsistent with the
first computer language.
De de ondergroepsbevestiging van de taal omvat het bevestigen van veelvoudige programmamodules die uit een programma bestaan. De programmamodules omvatten veelvoudige bytecodes die voor een eerste computertaal wordt bepaald die een hardware-afhankelijke ondergroep van een tweede computertaal is. De bevestiging omvat het wijzen van een op foutenvoorwaarde voor punten in de veelvoudige programmamodules die niet voor de eerste computertaal worden bepaald, die op een foutenvoorwaarde voor punten in de veelvoudige programmamodules wijst die niet door een uitvoeringsmilieu van de eerste computertaal en het wijzen van een op foutenvoorwaarde voor punten in de veelvoudige programmamodules worden gesteund die worden bepaald voor de eerste computertaal maar op een manier inconsistent met de eerste computertaal gebruikt.