The mechanism provides for a method and system of verifying that data files
have been timely received from an data file originator and processed by a
processing entity. A data file originator sends a processing entity data
files that must be processed by a specified time and in a specified order.
The mechanism provides that when a data file is processed by the
processing entity, a confirmation record is created verifying that a given
originator's data file has been processed. At a preset time, prior to the
time the originator has specified for the data file to be processed, the
processing entity performs a confirmation test. The confirmation test is
used to confirm that originator's data files have been processed in the
order specified by the originator. The confirmation test involves
comparing the contents of confirmation records. If it is determined by the
confirmation test that the originator's data files were not processed in
the proper sequence and at the specified time, an error message is
generated and routed to the processing entity's system operator. The error
message routed to the processing entity's system operator, preferably
contains comprehensive information regarding the nature of the error.
Het mechanisme voorziet een methode en een systeem om te verifiëren dat de gegevensdossiers geschikt ontvangen van een schepper van het gegevensdossier en die door een verwerkingsentiteit zijn geweest worden verwerkt. Een schepper van het gegevensdossier verzendt een gegevensdossiers van de verwerkingsentiteit die tegen een gespecificeerde tijd en in een gespecificeerde orde moeten worden verwerkt. Het mechanisme bepaalt dat wanneer een gegevensdossier door de verwerkingsentiteit wordt verwerkt, bevestigingsbescheiden verifiërend worden opgemaakt dat het de gegevensdossier van een bepaalde schepper is verwerkt. In een vooraf ingestelde tijd, voorafgaand aan de tijd de schepper voor het te verwerken gegevensdossier heeft gespecificeerd, voert de verwerkingsentiteit een bevestigingstest uit. De bevestigingstest wordt gebruikt om te bevestigen dat de de gegevensdossiers van de schepper in de orde verwerkt zijn die door de schepper wordt gespecificeerd. De bevestigingstest impliceert het vergelijken van de inhoud van bevestigingsverslagen. Als het door de bevestigingstest wordt bepaald dat de de gegevensdossiers van de schepper niet in de juiste opeenvolging en in de gespecificeerde tijd werden verwerkt, wordt een foutenmelding geproduceerd en aan de het systeemexploitant van de verwerkingsentiteit geleid. De foutenmelding die aan de het systeemexploitant van de verwerkingsentiteit wordt geleid, bevat bij voorkeur uitvoerige informatie betreffende de aard van de fout.