An apparatus for training body movements in athletics includes a waist
strap configured for attachment around the torso of a wearer and having a
plurality of attachment rings connected detachably thereto, and a shoulder
strap configured for attachment around the wearer's shoulders and having
two cooperating ends. The shoulder strap is configured to extend around
the wearer's shoulders and under the wearer's arms such that the
cooperating ends are connectable together at a point located substantially
between the wearer's shoulder blades. The shoulder strap further includes
a plurality of attachment rings connected detachably thereto. The
apparatus may further include leg straps configured for attachment around
the wearer's legs and arm straps configured for attachment around the
wearer's arms. The leg and arm straps may each include a plurality of
attachment rings connected detachably thereto. Furthermore, a plurality of
elastic bands may be connected in a predetermined arrangement to the
attachment rings connected to the waist strap, the shoulder strap, the leg
straps and the arm straps for exerting pressure in directions opposite to
the directions of intended body movements or stabilized postures for the
athletic movement.
Een apparaat voor de bewegingen van het opleidingslichaam in atletiek omvat een tailleriem die voor gehechtheid rond het torso van een drager en het hebben van een meerderheid van daaraan detachably verbonden gehechtheidsringen, en een schouderriem wordt gevormd die voor gehechtheid rond de schouders van de drager wordt gevormd en het hebben van twee samenwerkende einden. De schouderriem wordt gevormd om zich rond de schouders van de drager en onder de wapens van de drager uit te breiden dusdanig dat de samenwerkende einden samen op een punt dat tussen de de schouderbladen van de drager aansluitbaar zijn wezenlijk wordt gevestigd. De schouderriem omvat verder een meerderheid van daaraan detachably verbonden gehechtheidsringen. De apparaten kunnen beenriemen verder omvatten die voor gehechtheid rond de benen van de drager en de wapenriemen worden gevormd die voor gehechtheid rond de wapens van de drager worden gevormd. De been en wapenriemen kunnen elk een meerderheid van daaraan detachably verbonden gehechtheidsringen omvatten. Voorts kan een meerderheid van elastische banden in een vooraf bepaalde regeling met de gehechtheidsringen worden verbonden die met de tailleriem, de schouderriem, de beenriemen en de wapenriemen worden verbonden voor het uitoefenen van druk in richtingen tegengesteld aan de richtingen van voorgenomen lichaamsbewegingen of gestabiliseerde houdingen voor de atletische beweging.